Volgens haar Surinaamse vader kon de
Rotterdamse Naomi King ‘eerder tekenen dan kip kauwen’. Ze groeide op tot een fervent tekenfilmliefhebber en striplezer, waarbij vooral de langlopende indie-comic Elfquest van het
Amerikaanse echtpaar Wendy en Richard Pini haar enorm aansprak. Als kind van twee culturen voelde zij zich enorm aangesproken door hoe de verschillende elfenstammen in de strip tegenover elkaar stonden, en dompelde ze zich volledig in deze wereld onder. Ze groeide uit tot zo’n expert dat ze op haar dertiende gevraagd werd als vertaler van de strip door Belgische uitgeverij Arboris. Vanwege haar jonge leeftijd mocht zij echter nog geen baan hebben, waardoor de jonge superfan ‘betaald’ werd in comics.
Zelf tekende ze uiteraard ook strips, en heeft die liefde nooit laten vallen. Toen ze jaren later tijdens een date een spuitbus in haar handen gedrukt kreeg, deinsde ze niet terug om de haar aangeboden muur als canvas te gebruiken. Het werken in de publieke ruimte voelde voor haar als een ideale uiting. “Mijn vader zegt altijd ‘je talent is een gift.”, legt King uit. “En een gift geef je ook aan een ander. Kunst is voor iedereen. Als ik andere mensen blij kan maken met min brainfarts en creaties, is dat een win-win.”
Haar invloeden gaan van art nouveau tot ’80s cartoons en vermengen zich in een opvallend dynamische stijl vol spetterend kleurgebruik. De doorgang die ze beschilderde in de Afrikaanderwijk vormt daar geen uitzondering op. Ze beeldde er allerlei figuren en flarden van scenes uit Lewis Caroll’s Alice in Wonderland af, die daarmee een bijzondere reis bieden. Vanaf de straatkant leidt de doorgang namelijk naar een speelplaats voor buurtkinderen, die daar volop hun fantasie gebruiken kunnen. Wie het hekwerk passeert en het kind in zichzelf levend gehouden heeft, waant zich daardoor al snel in een betoverend konijnenhol richting wonderland.