Collin van der Sluijs begon in het begin van de jaren ’90 met graffiti, maar zijn liefde voor het tekenen begon al veel vroeger. Toen hij als klein jongetje opgroeide in Zeeland, raakte hij al gefascineerd door hoe zijn opa de vogels in zijn volière natekende. Jaren later koos hij voor een creatieve beroepsopleiding, eerst bij het SintLucas in Boxtel, later kunstacademie St. Joost in Breda. Daar begon hij zijn achtergrond in graffiti te combineren met illustratiever werk.
Vogels bleven een hoofdrol spelen in zijn werk, dat vaak over de natuur gaat. “Ze staan voor vrijheid natuurlijk; gaan en staan waar je wilt”, zo legt hij uit. “Misschien is het wel een metafoor voor mezelf.” De manier waarop hij flora en fauna schildert in stedelijk gebied, leverde hem uiteindelijk opdrachten op over heel de wereld, van een muziekpodium in Maastricht tot immense flatgebouwen in Berlijn en Chicago.
Van der Sluijs ziet zichzelf echter niet als street artist. Zijn werk op muren is simpelweg een verlengde van het werk in zijn atelier. “Ik ben een studio kunstenaar, maar doeken van dat formaat passen niet in mijn atelier”, aldus de kunstenaar. “Door die grootte heb ik meer mogelijkheden en kan ik allerlei materialen uitproberen; bezems, of drie rollers aan elkaar getapet. Het wordt meer een sport.”
Het sportieve aspect komt ook terug in de verbazingwekkende snelheid waarmee hij werkt. Van de liftschacht aan de Kaapstraat, zou hij volgens de originele planning slechts twee zijdes schilderen. Aangezien de straat eenrichtingsverkeer heeft, werd gekozen voor de zijdes die vanuit de richting van het verkeer zichtbaar zijn. Toen hij sneller klaar was dan verwacht, besloot hij de derde, minder zichtbare kant van de schacht alsnog te beschilderen. “Anders is het niet eerlijk voor de bewoners die aan die kant van de flat wonen”, vindt de schilder. “Hun buren krijgen een kunstwerk, en dan zouden zij nog tegen zo’n saaie wand aan moeten kijken.”